
Uit België, maar ook uit Oost-Europa en uit Azië komen de werknemers van Gemapa, het paprikabedrijf in Nevele dat Liesbeth Lambrecht uitbaat samen met haar ouders. De onderneemster bedacht een manier om beter te communiceren met haar medewerkers, ook al spreken ze niet dezelfde taal. Ook de banden met de consument probeert Liesbeth nauwer aan te halen.
Gerda en Marc Lambrecht begonnen in 1989 sla en tomaten te telen op een bestaand bedrijf van 9000 m². Al snel stapten ze over op paprika als hoofdteelt. In 1997 verhuisden ze naar hun huidige locatie, waar ze ook konden uitbreiden naar een teeltoppervlakte van 2,9 hectare. Dochter Liesbeth kwam 7 jaar later erbij in het bedrijf. “Al in de lagere school wist ik dat ik dit wou doen”, vertelt ze. “Na mijn tuinbouwstudie ben ik mee in het bedrijf gestapt. We zijn intussen nog uitgebreid. In 2007 hebben we 3 hectare serre bijgebouwd en een warmtekrachtkoppeling geïnstalleerd. Zo komen we tegemoet aan de grote energievraag van dit bedrijf. Intussen zijn we goed 10 jaar verder en we breiden opnieuw uit. In 2019 zullen we 7,7 hectare paprika telen. Paprika is nu onze enige teelt en dat gaat zo blijven.” Als ze spreekt over ‘we’, bedoelt Liesbeth zichzelf en haar beide ouders, samen met 17 vaste medewerkers en een stuk of 10 seizoenarbeiders die in de zomer het team komen versterken. “We zijn nog op zoek naar een extra medewerker die mee verantwoordelijke taken in ons bedrijf kan opnemen. Die zijn in onze sector niet zo gemakkelijk te vinden.”
Daarmee schetst Liesbeth meteen een van de grootste uitdagingen voor het bedrijf. “Gemotiveerd en geschoold personeel vinden is erg moeilijk. Met name Belgische werkkrachten vinden wij nauwelijks. Nochtans is het gemakkelijk werken zonder taalbarrière. Maar de loonbarema’s in onze sector liggen vrij laag en dat werkt niet motiverend. Bovendien weten veel mensen niet wat tuinbouw echt inhoudt. Ik ondervind jammer genoeg dat de scholen heel ver van de bedrijfspraktijk staan. Ik heb nu wel enkele scholen aangeschreven en ik hoop via die weg enkele leuke stagiairs te vinden die eventueel kunnen doorgroeien in ons bedrijf. Het is trouwens niet alleen bij ons een probleem. In het Antwerpse is de concurrentie nog sterker, hoor ik van collega’s-paprikatelers.”
Dat contact met collega’s-telers is voor Liesbeth erg belangrijk en een van de redenen waarom ze geregeld naar vormingen, bijscholingen en bijeenkomsten gaat. “Dat heb ik meegekregen van mijn vader, die zich ook continu bijschoolde. Het stopt nooit, en stilstaan is achteruitgaan. Daarom volg ik regelmatig cursussen. Ik leer er bij en ze zijn ook een uitgelezen moment om collega’s te leren kennen. Het is fijn en nuttig om goede contacten met hen te hebben. Bij problemen kunnen we de situatie aan elkaar voorleggen en samen naar oplossingen zoeken.”
Het stopt nooit. Stilstaan is achteruitgaan
Visuele communicatie
WhatsAppgroep
Op dit moment vindt Liesbeth niet voldoende Nederlandstalige personeelsleden. Haar medewerkers die onze taal niet spreken, zijn wel gemotiveerd. Ze zocht een oplossing voor de taalbarrière en heeft die intussen ook gevonden en geïmplementeerd. Liesbeth gebruikt nu beeldtaal om met hen te communiceren en met de camera van hun smartphone, die toch altijd in de buurt is, delen de werknemers van Gemapa bedenkingen in een WhatsAppgroep.
Met die oplossing werd Liesbeth Lambrecht vorig jaar een van de tien winnaars van de Innovatiecampagne van het Innovatiesteunpunt. “Ik had niet verwacht dat ik erbij zou zijn, net omdat het zo’n eenvoudig idee is. Maar het helpt ons wel erg goed in ons dagelijkse werk. We hebben lang weigerachtig gestaan tegen smartphones op de werkvloer. Maar we begrijpen dat de werknemers hun toestel graag bij zich hebben en dus hebben we besloten van de nood een deugd te maken. Het zijn onze werknemers die plagen of eventuele andere problemen in de teelt het eerst opmerken. Zij staan letterlijk tussen de planten en zien het als eersten wanneer iets niet goed is. Vroeger ging die informatie te vaak verloren doordat ze het probleem niet goed onder woorden konden brengen. Wij konden een plaag dan pas correct identificeren als hij al veel verder gevorderd was. Nu maken onze mensen meteen een foto wanneer ze iets opmerken dat volgens hen niet correct is en ze plaatsen die in onze WhatsAppgroep, met de locatie erbij. Zo kan ik meteen ingrijpen als het nodig is.”
We maken van de nood een deugd. Onze mensen mogen hun smartphone meenemen in de serre en wij worden daar beter van.
Powerpointpresentatie
Ook de communicatie van de zaakvoerders naar de medewerkers zit in een nieuw kleedje. “Mijn vriend is IT’er en samen met hem heb ik een Powerpointpresentatie gemaakt die we afspelen in de kantine. Ze bevat informatie over ons bedrijf, over activiteiten die hier plaatsvinden, ze geeft nuttige updates over de oogst en de werkplanning … Ik hoef nu minder te herhalen en het verhoogt echt wel de betrokkenheid van ons personeel.”
Meer productie, minder kilometers
Meer productie, minder kilometers “Wij proberen zo duurzaam mogelijk te werken”, geeft Liesbeth nog mee. “Wij zijn als bedrijf flink aan het groeien, maar toch slagen we erin om de keten korter te maken. Zo leveren we sinds twee jaar rechtstreeks aan supermarkt Delhaize. En we proberen ook de contacten uit te bouwen met groothandels in onze eigen provincie, want overdreven transport is niet goed. Nu rijden er nog te vaak halflege vrachtwagens rond. Transporten die eerst in de ene richting door de Kennedytunnel rijden en wat later weer terugkeren, zodat de paprika’s toch weer aan deze kant van de Schelde terechtkomen, zijn echt overbodig.”
Facebookpagina
Hoewel Gemapa niet rechtstreeks aan de consument verkoopt, wil Liesbeth de consumenten toch ook van dichtbij betrekken bij de strategie van het bedrijf. “Ik heb een Facebookpagina aangemaakt over ons bedrijf, om de barrière tussen consument en producent zo klein mogelijk te maken. Op deze pagina tonen we hoe wij ons product telen en bijvoorbeeld ook in welke tijd van het jaar er Belgische paprika’s te verkrijgen zijn. Zo wil ik de mensen aansporen om bewust onze producten te kopen en te eten.”
Dit artikel werd gepubliceerd in Boer&Tuinder. Voor het overnemen van artikelen uit Boer&Tuinder is steeds schriftelijke toestemming van de redactie nodig. Bronvermelding is altijd verplicht.