Menu

De brede waaier van agrarische coöperaties

Geschreven op 02 juli 2021.
Doe samen waar je alleen te klein voor bent

Wat hebben Brugse kazen en de Cloudi Hortensia met elkaar gemeen? Ze werden beiden ontwikkeld binnen een coöperatieve vennootschap. Zaterdag 3 juli is het de internationale dag van de coöperaties, een ideaal moment om de grote diversiteit aan coöperaties, actief in onze Belgische agro-voedingsketen nog eens onder de aandacht te brengen.

 

Er bestaat geen officiële lijst van alle Belgische agrarische coöperaties maar wie actief is in de coöperatieve wereld weet dat het er heel wat zijn en weet vooral dat ze heel divers zijn, zowel in grootte, hoofd- en nevenactiviteiten als in deelsector.

Samen naar de markt

De meest gekende coöperaties zijn de fruit- en groenteveilingen hoewel men vaak vergeet dat het bedrijven zijn in eigendom van en aangestuurd door de tuinders.  In Euroveiling Brussel  slaan bloemen- en plantentelers de handen in elkaar. Kopen op een veiling, is kopen bij tuinders. Ook boomkwekers uit de streek van Wetteren, verenigd in Boweco,  bundelen het aanbod en gaan samen naar de (internationale) markt.

Milcobel, Arla, LDA, BioMilk en Organic Goatmilk coöperatie zijn zuivelcoöperaties, actief in ons land. Ze halen melk op bij hun leden voor eigen verwerking of om te verkopen.

Met Propigs willen de leden varkenshouders samen hun marktmacht versterken. Ingro doet dit voor de groentetelers die leveren aan de verwerkende industrie.

Vaak zetten die grote coöperaties in op nevenactiviteiten. Zo zijn ze de motor achter de ontwikkeling en/of marktintroductie van nieuwe teelten, nieuwe variëteiten, duurzame verpakkingen, technologie die administratie of logistiek vereenvoudigt, …. Wie enkel focust op de hoofdactiviteit miskent de meerwaarde die vele coöperaties bieden voor de leden – vennoten én voor de verduurzaming van de sector in het algemeen.

Ook op kleinere schaal beweegt er veel. Korte keten boeren brengen hun ruim gamma van hoeveproducten vaak gezamenlijk op de markt via streekgebonden coöperaties. Denk aan Mmm-eetjesland, Smaak van Waas, Lekkers uit het Pajottenland, Puur Limburg, … Steeds vaker doen ze daarvoor een beroep op digitale platforms, liefst in samenwerking wat onder andere gebeurt door Linked.Farm, een coöperatie waar veel individuele boeren maar ook lokale netwerken van hoeveproducenten deel van uitmaken. Ook de afnemers kunnen als vennoot aansluiten (zowel B2B als B2C).

Kosten drukken

Land- en tuinbouwers verenigen zich niet enkel om hun marktmacht te vergroten. In een goede bedrijfsvoering hou je ook de kostenzijde onder controle. Zo kan je als landbouwer deel uitmaken van een mestverwerking (sommige onder coöperatieve vorm actief) of van  een machinering (zo goed als allemaal coöperaties) waarin de aankoop en het gebruik van landbouwmachines in een samenwerking gebeurt. Bedoeling van dit soort coöperaties is om de kosten in je individuele bedrijfsvoering te drukken.

Zekerheid van grondstoffen

Maar de land- en tuinbouwsector kent ook andere coöperatieve vennootschappen. Inzetten op genetisch materiaal doen siertelers door samen te investeren in onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe variëteiten (Best-Select en Azanova). Rund- en melkveehouders bundelen daarvoor de krachten in CRV, de coöperatieve veeverbeteringsorganisatie.

Ook water is een waardevolle grondstof. In Kinrooi, waar 20 jaar geleden de coöperatie Ciro werd opgericht maken de leden gebruik van het gemeenschappelijk irrigatiesysteem wat toelaat 2500 ha landbouwgrond van water te voorzien wanneer droogte de teeltopbrengst onder druk zet. Ook rond Ardooie sloegen groentetelers de handen in elkaar en richtten Inero cv op.

Nieuwe boeren werken (soms) samen

Wie van buiten de sector in de land- en tuinbouw stapt, denkt eerder dan bij een gangbare bedrijfsovername aan de coöperatieve vorm. Zo starten sommige CSA-boerderijen onder coöperatieve vennootschapsvorm. Nieuw is ook dat burgers de krachten bundelen en samen een boerderij starten. In Nederland zijn er ondertussen een tiental ‘Herenboerderijen’ uitgerold en meerdere staan in de steigers. Op heel wat locaties in Nederland groeit de interesse om met 200 gezinnen een boerderij te runnen waar geteeld wordt wat de vennoten vragen op de manier zoals de vennoten het vragen. De boer is in loondienst. In België sluit Pomona het dichtst aan bij dit concept. Pomona werd in 2018 opgestart door een aantal inwoners uit de omgeving van Sint-Niklaas.

Helemaal nieuw zijn die concepten niet. Vlaanderen telt een aantal coöperatieve landbouwbedrijven die dateren uit de jaren ’70 – ‘80 van de vorige eeuw. Ze pionierden in biodynamische landbouw, in afzet via de korte keten en in inspraak van de klant. Denk aan de Wassende Maan in Astene , de Kollebloem in Sint-Lievens-Esse, …

Betrokkenheid van de klant

Die inspraak van de klant trekt zich door in coöperatieve winkels die focussen op lokale voeding, al dan niet verpakkingsarm aangeboden. Denk aan de Foodhub en Content in Leuven, Färm in Brussel en in enkele andere steden. Supermarkt Beescoop in Brussel is een initiatief van en in eigendom van een groep buurtbewoners. Het inkoopgedrag van deze winkels is voelbaar anders dan van de gekende supermarktketens.

Burgers zitten meer en meer (mee) aan het stuur. In het kader van de klimaatverandering en de mobiliteitsproblemen zetten steeds meer steden en gemeenten in op een eigen voedselstrategie waarbij lokale productie, aandacht voor agro-ecologie en faire prijsvorming centraal staan.  Burgers participeren ook in coöperaties die landbouwgrond aankopen (De Landgenoten) of die inzetten op de productie van hernieuwbare energie en daarvoor nu ook de land- en tuinbouwers aanspreken. De energiecoöperatie helpt de investering van zonnepanelen, LED-lampen, windmolen, … dragen. Naast een dividend op het eind van het jaar, verwerft de vennoot kennis over de lokale land- en tuinbouw en kiest hij in de winkel bewuster voor Belgische producten. Een win-win op diverse vlakken die zich zowel in euro’s als in imago-opbouw vertaalt.

Nieuwe kansen

Nu beleid, meer dan vroeger, domein-overschrijdend en regiogebonden wordt, doen zich zonder twijfel nieuwe kansen tot (coöperatief) samenwerken voor. Het lijkt me zinvol om ze in overweging te nemen, af te wegen welke meerwaarde ze voor jou en jouw bedrijfsvoering kunnen hebben en welke partners je er best bij betrekt. Naast collega land- en tuinbouwers liggen er zeker ook kansen in een samenwerking met andere partners uit de agro-voedingsketen of met andere actoren uit totaal andere sectoren. Thema’s als circulaire economie, water, klimaat, landschap, streekidentiteit en -autonomie, … nodigen hier zeker toe uit.

Doe samen waar je alleen te klein voor bent …een oude wijsheid die nog steeds, of misschien weer meer, opgaat.


Zoek je ondersteuning bij de uitrol of versterking van je coöperatien dan kan je terecht bij Innovatiesteunpunt en Cera