De hele wereld is op zoek naar nieuwe manieren om koolstof te binden – en zo klimaatopwarming tegen te gaan – maar vergeet daarbij vaak de kracht van lokale landbouwbodems. Carbon farming, of koolstofbewuste landbouw, stimuleert een manier van landbouw om koolstof te binden in landbouwbodems om de bodemkwaliteit te verbeteren. Een lokale CO2-compensatie van bedrijven via de land- en tuinbouwsector kan een win-winsituatie betekenen voor bedrijven, boeren én maatschappij. Innovatiesteunpunt en Inagro onderzochten de mogelijkheden.
Steeds meer ondernemingen uit de bedrijfswereld willen zich ‘klimaatneutraal’ kunnen noemen. Dat vraagt tijd en verschillende ingrepen in hun bedrijfsvoering. Los van de geleverde inspanningen blijft ook vaak nog een deel onvermijdbare CO2-uitstoot over waarvoor compensatiemogelijkheden bestaan. Die zoeken ze vandaag vaak in oplossingen ver van huis, zoals de aanplant van bomen in ontwikkelingslanden. Zou het niet mooier zijn als ondernemingen ook de mogelijkheid hebben om de CO2-compensatie lokaal te organiseren via de land- en tuinbouwsector?
Het Interregproject ‘Carbon Farming’ zoekt sinds 2019 naar mogelijkheden om koolstofbewuste landbouw in de praktijk te brengen met lokale landbouwers. Sinds midden 2020 stijgt het aantal initiatieven en geïnteresseerde partijen sterk, zowel bij bedrijven als bij marketinginstellingen, start-ups en overheden. Steeds meer bedrijven zoeken contact met het Innovatiesteunpunt en Inagro om ermee aan de slag te gaan. Momenteel zijn een aantal concrete pistes lopende.
Carbon farming: waarom?
De hoeveelheid CO2 in de atmosfeer neemt jaarlijks met 4,3 miljard ton toe. Een jaarlijkse stijging van de hoeveelheid koolstof met 0,4% in de bodem kan de toename van CO2 in de atmosfeer een halt toeroepen. Dat levert een belangrijke bijdrage aan broeikasgaseffect en klimaatverandering. Hoe meer de bodem bedekt is, hoe rijker hij zal zijn aan organisch materiaal, en dus aan koolstof. In de aanpak van de opwarming van de aarde lag de focus tot nu toe voornamelijk op de bescherming en het herstel van wouden en bossen. Extra aandacht voor mogelijkheden in de landbouwsector verdient daarnaast een evenwaardige plaats en biedt heel wat potentieel.
Meer koolstof in de bodem is ook goed voor de landbouwer. Het levert een betere bodemvruchtbaarheid, weerbare bodem en gewassen, meer biodiversiteit, minder erosie, een verhoogd waterhoudend vermogen en een betere opname van nutriënten door de plant op. Door koolstof op te slaan in de bodem kan de landbouwsector zich ook beter wapenen tegen extreme weersomstandigheden en de impact van klimaatwijzigingen.
Kansen grijpen voor anderen het doen!
Met de voordelen in handen lijkt de tijd rijp om samenwerkingsverbanden op te zetten. Voor land- en tuinbouwers voelt het vooralsnog raar aan om naast voedselproductie ook diensten of koolstofcertificaten te verkopen. “Toch moeten ze die kans nu grijpen en de basisprincipes zo veel mogelijk zelf vastleggen, voor anderen het doen”, klinkt het bij het Innovatiesteunpunt en Inagro. “Heel wat landbouwbedrijven passen vandaag al goede bodemmaatregelen toe. Alleen moeten ze die nog massaler toepassen en/of meer uitvoeren volgens de principes van ‘carbon farming’ die het opslagpotentieel van koolstof optimaal benutten.”
Een correcte financiële ondersteuning kan die implementatie een duwtje in de rug geven. Een nieuw verdienmodel kan de extra kost (gedeeltelijk) compenseren. Als landbouwers positief bijdragen aan het klimaat moeten ze daarvoor een correcte vergoeding krijgen. Daarnaast is koolstofopbouw in de bodem een werk van lange adem, een inspanning die minstens vijf jaar duurt of zelfs het werk is van een generatie. Boer en bedrijf stappen dus voor meerdere jaren in zo’n traject. In samenwerkingen of verdienmodellen zijn garanties op lange termijn dan ook essentieel voor de landbouwers.
Verdienmodel in ontwikkeling
Een duidelijke return on investment is dus noodzakelijk opdat landbouwers en andere belanghebbenden aan de slag gaan met carbon farming. Daarvoor zijn economisch en ecologisch leefbare verdienmodellen onontbeerlijk. De resultaten van een uitgebreide literatuurstudie in binnen- en buitenland over bestaande verdienmodellen die dienen als inspiratie voor duurzame initiatieven vind je op www.innovatiesteunpunt.be/carbonfarming.
Daarnaast vatten de projectpartners vier voorbeelden samen in een overzichtelijke schets. Dat overzicht biedt inspiratie voor toekomstige gelijkaardige initiatieven, met initiatiefnemers uit vier verschillende domeinen: partners uit de agrofoodketen, de landbouwer zelf, organisaties buiten de agrofoodketen en de (lokale) overheid.
Klimaatpositief verhaal, mits goede aanpak
De landbouwers zijn overtuigd dat dit een ‘klimaatpositief’ verhaal kan zijn voor de sector, mits een goede aanpak. Het Innovatiesteunpunt en Inagro trokken dan ook een aantal conclusies.
Individuele initiatieven groeperen onder dezelfde noemer zou een sterk verhaal zijn. Zo zou een platform de professionaliteit en de geloofwaardigheid verhogen.
Het concept moet duidelijk en herkenbaar zijn om draagvlak te creëren bij de boeren en de maatschappij. De landbouwer moet kunnen aantonen dat hij iets nieuws of iets extra’s doet, bijvoorbeeld zijn teeltrotatie bijsturen of houtkanten aanplanten. Een of meerdere maatregelen die visueel zichtbaar zijn, geven een extra meerwaarde voor de investeerder.
Dergelijke nieuwe initiatieven voldoende zichtbaar maken in het landschap draagt bij aan het imago van de sector. De land- en tuinbouwsector moet meer durven zeggen en tonen wat ze al goed doen.
De landbouwer kan zijn initiatief in koolstofopslag versterken met of in een verbredingsactiviteit, zoals recreatie, bedrijfsbezoeken of voedselpakketten. Zo werkt hij niet alleen aan het imago van de sector, maar ook aan een extra inkomen.
Effectief aan de slag met carbon farming
Wordt carbon farming actief benut voor CO2-compensatie, dan is de succesvolle toepassing van de technieken een van de vereisten. Samen met de projectpartners uit Nederland, Noorwegen en Duitsland schreven het Innovatiesteunpunt en Inagro een handleiding voor landbouwers om koolstofopslag toe te passen in de praktijk. De Vlaamse partners werkten de handleiding verder uit met specifieke regionale accenten.
Hoe krijg je meer koolstof in de bodem?
• Groenbedekkers en onderzaai (bijvoorbeeld gras bij mais) maximaal inzetten;
• Een verruimde teeltrotatie toepassen;
• Organische mest gebruiken;
• Compost gebruiken;
• Aangepast graslandbeheer.
Voor elke techniek is een praktische fiche beschikbaar met extra informatie over het potentieel, tips bij de toepassing en de financiële gevolgen.
Naast opbouw van extra koolstof in de bodem bestaan er ook technieken die de natuurlijke afbraak van koolstof afremmen. De meest voor de hand liggende technieken zijn niet-kerende grondbewerkingen en gereduceerde bodembewerkingen. Zo blijft de bodemstructuur maximaal behouden en wordt de natuurlijke afbraak van koolstof niet versneld.
Wil je de mogelijkheden van carbon farming voor jouw bedrijf in kaart brengen? Maak dan gebruik van de ‘Koolstofscan’, waar advies gegeven wordt bij de mogelijkheden, de veelbelovende technieken en de toepassing ervan en de kosten en baten van carbon farming voor jouw bedrijfsvoering.
Pilootproject Beernem
In de gemeente Beernem werken de gemeente en twaalf lokale landbouwers, die koolstofopslagtechnieken toepassen, samen om de klimaatdoelstellingen van het ondertekende burgemeesterconvenant voor Klimaat en Energie te behalen. Inagro en Boerennatuur Vlaanderen ondersteunen de landbouwers en gaan na of de gemeente de CO2-uitstoot van het gemeentelijke wagenpark kan compenseren.
Meer info
www.innovatiesteunpunt.be/carbonfarming en www.inagro.be/carbonfarming. Met vragen kan je terecht bij jana.roels@innovatiesteunpunt.be of evelien.lambrecht@inagro.be.
Dit artikel werd gepubliceerd in Boer&Tuinder. Voor het overnemen van artikelen uit Boer&Tuinder is steeds schriftelijke toestemming van de redactie nodig. Bronvermelding is altijd verplicht.