
Heel concreet kan je op dit moment projecten indienen voor projectsteun voor innovatie, ook gekend als VLIF-innovatie – niet te verwarren met de gangbare VLIF-steun! Daarnaast heeft de overheid ook budget voorzien voor Europese Innovatiepartnerschappen (EIP): de operationele groepen. Maar waar zit nu precies het verschil en voor welke steun kom jij in aanmerking?
“Projectsteun voor innovatie is er voor mensen met een concreet innovatief idee, een vernieuwende machine, installatie of uitrusting waarin ze willen investeren”, licht Hanne Leirs van het Innovatiesteunpunt toe. “Je kan dan tot 40% of 300.000 euro terugkrijgen op het bedrag van je investeringskosten, softwarekosten en begeleiding. EIP is financiële steun voor boeren die een praktijkprobleem willen oplossen. Daar ligt het maximale steunbedrag op 75.000 euro of 90%. Hiervan kan je geen materiaal aankopen, maar wel kennis. Het budget dient met andere woorden voor personeel- en werkingskosten van organisaties die je met hun kennis ondersteunen bij het oplossen van jouw probleem.”
Projectsteun voor innovatie
De projectsteun voor innovatie bestaat al langer en de werkwijze dit jaar is gelijklopend aan die van vorig jaar. Enkel het totale budget dat Vlaanderen en Europa veil hebben voor deze innovatieve projecten ligt met 3,5 miljoen euro dit jaar een stukje lager dan de vorige jaren. Hoewel innovaties uit diverse invalshoeken welkom zijn, wordt er telkens een bepaald thema naar voren geschoven. In 2021 wordt 2 miljoen voorbehouden voor investeringen rond de economische relance.
Wie een project wil indienen, kan dat nog doen tot en met 30 april. Aan zo’n project zijn wel enkele voorwaarden verbonden. Zo moet je het project uitvoeren binnen de drie jaar nadat je aanvraag werd goedgekeurd, om recht te blijven hebben op de subsidie. Het Innovatiesteunpunt heeft de afgelopen jaren al een zeventigtal land- en tuinbouwers begeleid die zo’n VLIF-innovatiedossier indienden, en daarmee 7,3 miljoen euro tot bij de Vlaamse landbouwers gebracht. Als lid van Boerenbond kan je de hulp inroepen van de consulenten bij het indienen van jouw dossier.
Europese Innovatiepartnerschappen
Misschien wat minder spectaculair, maar net zozeer waardevol zijn de Europese Innovatiepartnerschappen of operationele groepen. In zo’n operationele groep werk je als land- of tuinbouwer samen met adviseurs, onderzoekers, ondernemers … aan een innovatieve oplossing voor een concreet vraagstuk. Doordat je als boer deel uitmaakt van de groep, haal je er kennis uit die je ook effectief nuttig kan inzetten op je bedrijf. Het is de bedoeling van zo’n operationele groep dat de opgedane kennis nadien ook breed verspreid wordt, zodat de volledige sector ervan kan leren.
Ook voor de operationele groepen is de deadline om in te dienen 30 april. Na goedkeuring heb je twee jaar de tijd om je project af te ronden. Je voorstel moet passen binnen een van de twee vooraf bepaalde thema’s, of je kan ook een vrij onderwerp naar keuze indienen. De thema’s zijn enerzijds duurzame verdienmodellen, meer bepaald het ontwikkelen van zo’n model, rekening houdend met de uitdagingen en opportuniteiten, en anderzijds het welbevinden van landbouwers, met focus op sociale innovaties. Bij de consulenten van het Innovatiesteunpunt kan je terecht met vragen over je onderwerp, of het dossier. Zij helpen met het aftoetsen van je idee, het zoeken naar de juiste partners om het project tot een goed einde te brengen en kunnen ook taken uitvoeren in je project.
Wat is het verschil tussen projectsteun voor innovatie en een operationele groep?
Projectsteun voor innovatie | Operationele groep | |
Voor landbouwers die... | willen investeren in een concrete innovatie (bijvoorbeeld machine, gebouw, uitrusting...) | een praktijkprobleem hebben dat ze niet alleen kunnen oplossen |
Partners zijn... | mogelijk | essentieel |
Steunpercentage | 40% | 90% |
Budget per project | Tot 300.000 euro | Tot 75.000 euro |
Budget te gebruiken voor... | Investeringskosten, softwareontwikkeling en studie- en begeleidingskosten | Personeels- en werkingskosten |
Koen De Clercq, projectsteun voor innovatie
Koen bouwt een mobiele slachteenheid voor kippen en konijnen: een nieuw, innovatief idee en uniek in ons land. Met de hulp van het Innovatiesteunpunt en BioForum diende hij een dossier in voor projectsteun voor innovatie, dat werd goedgekeurd. Daardoor krijgt Koen 40% van de ontwikkelingskosten van zijn investering terugbetaald. Koen diende in 2020 zijn dossier in en is intussen volop bezig met het doorontwikkelen van zijn innovatie.
Marc De Boey, operationele groep
Melkveehouder Marc wil zich, naast zijn gewone melkproductie, meer gaan toeleggen op het produceren en verwerken van A2A2-melk. Hij wil zich daarmee richten op een nichemarkt, met name mensen die koemelk niet goed kunnen verdragen. Daarvoor moet hij te weten komen welke marktopportuniteiten er zijn en waar hij rekening mee moet houden bij de productie. Die kennis wil hij vergaren in een operationele groep. Marc diende in 2020 zijn dossier in en is in februari van dit jaar van start gegaan. In de groep zitten diverse onderzoeksinstellingen en drie andere melkveehouders. ILVO en UZ Gent onderzoeken momenteel welke gezondheidsclaims je met de A2A2-melk kan maken. Het Innovatiesteunpunt is al gestart met een marktonderzoek naar diverse producten die bestaan in binnen- en buitenland.
Dit artikel werd gepubliceerd in Boer&Tuinder. Voor het overnemen van artikelen uit Boer&Tuinder is steeds schriftelijke toestemming van de redactie nodig. Bronvermelding is altijd verplicht.