
Een lerend netwerk brengen we bij voorkeur in persoon samen, maar desondanks kunnen we tevreden terugblikken op de eerste kennismaking- en uitwisseling! In april, mei en juni gaan we samen met deze 27 deelnemers verder aan de slag in vervolgsessies!
Toch willen we al even terugblikken:
De speerpuntcluster agrovoeding, Flanders' FOOD, deed de meest belangrijke Belgische voedingstrends uit de doeken:
- Back to Basics: authenticiteit, natuurlijkheid en oorsprong
- Gezonde voeding op maat: functionele en doelgroepenvoeding
- Anders eten: ‘andere’ voedingspatronen op basis van religieuze, ideologische, gezondheids- of duurzaamheids- of smaakoverwegingen
- Duurzame voeding
Kernbegrippen rond deze trends die je zeker niet mag vergeten kan je terugvinden in onderstaand schema:
Bron: Flanders' FOOD
Zes Vlaamse voedingsbedrijven, met producten van spreads tot koekjes, stelden zichzelf voor aan de groep. De grootste interesse van deze bedrijven gaat duidelijk uit naar lokale peulvruchten (kikkererwten, sojabonen, veld- en tuinbonen, etc.), maar daarnaast was er ook interesse in (pseudo)granen als quinoa en knolgewassen als gember, yacon en zoete aardappel.
De voedingsbedrijven en deelnemende land- en tuinbouwers konden vervolgens in kleinere groepen kennismaken en prangende vragen stellen aan elkaar. De eerste contacten werden uitgewisseld en mogelijke ideeën tot samenwerking begonnen al te borrelen! Dat er nood is aan een aantal vervolgsessies per teeltgroep werd snel duidelijk.
Een aantal interessante lessen die we alvast met jullie willen delen:
- Er zijn heel wat Vlaamse voedingsbedrijven op zoek naar lokale toelevering, vaak zijn dit ook familiebedrijven. Niet alle voedingsbedrijven werken 1 op 1 samen met landbouwers, maar hebben tussenleveranciers. De hele keten moet goed voor ogen worden gehouden.
- Heel wat van de deelnemende voedingsbedrijven zijn vaak op zoek naar biologische toeleveranciers. Het werd snel duidelijk dat bio niet steeds een optie is voor de kleinere Vlaamse land- en tuinbouwbedrijven. Daarnaast is bioteelt van nieuwere teelten ook nog minder gekend naar haalbaarheid toe. Sommige voedingsbedrijven staan zeker open om dit bespreekbaar te maken en gaven zelfs aan dat de korte keten belangrijker is dan bio.
- De bedrijven zoeken steeds meer naar lokale toelevering omwille van verschillende tendensen
- De eindconsument vraagt steeds meer lokale producten
- Door de keten korter te maken, heeft een voedingsbedrijf meer controle op voedselveiligheid en andere zaken. Denk maar aan de recente crisis rond verontreinigd sesamzaad met een te hoog gehalte ethyleenoxide.
https://vilt.be/nl/nieuws/stroom-aan-recalls-voor-verontreinigd-sesamzaad-nog-niet-voorbij
- Zowel de land- en tuinbouwers als voedingsbedrijven hebben zekere vragen en randvoorwaarden voor elkaar om te starten met een nieuwe lokale teelt. Enkele voorbeelden:
- Als land- of tuinbouwer, wens je zekere afzetzekerheid en bereidheid om een deel van het experimenteren te delen.
- De voedingsbedrijven verwachten op termijn dan weer toelevering van een vast en stabiel product.