
Philippe Van Haelst uit Meerdonk is perenteler. Machines bouwen is zijn passie. Op dit moment werkt hij aan een zelfrijdende tunnelspuit. Het Innovatiesteunpunt helpt hem bij de realisatie van zijn project.
Het VLIF ondersteunt landbouwbedrijven die aan innovatie doen. Dat gebeurt via de subsidie ‘projectsteun voor innovaties in de landbouw’. Dat is overigens niet hetzelfde als de VLIF-investeringssteun en de voorwaarden om met je bedrijf in aanmerking te komen, zijn verschillend. Een van de mensen die in 2019 een dossier voor projectsteun voor innovatie indienden, is Philippe Van Haelst uit Meerdonk. Hij teelt peren en wil een nieuwe machine bouwen om driftreductie bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te maximaliseren.
Waarom klopte Philippe bij het Innovatiesteunpunt aan?
Dankzij de begeleiding van innovatieconsulent Hanne Leirs kon ik mijn dossier voor 'Projectsteun voor innovatie' succesvol indienen.
Philippe Van Haelst
“Ik streef naar 99,9% driftreductie”
“Ik keek al een tijdje in de richting van een tunnelspuit, wegens de driftreductie”, vertelt Philippe. “Bij zo’n tunnelspuit wordt de spuitnevel opgevangen en hergebruikt, wat leidt tot 99% driftreductie. Dat is economisch en ecologisch een groot pluspunt, want zo kan ik tot 30% besparen op gewasbeschermingsmiddelen. Maar de bestaande systemen hebben een beperkte capaciteit. Er is wel een tweerijig exemplaar, maar dat is niet wendbaar. Als je aan het einde van de rij bent gekomen, heb je veel ruimte nodig om te kunnen draaien, en die heb ik niet. Drierijige exemplaren bestaan overigens bij de conventionele spuittoestellen al, maar daar heb je dan weer niet die werkelijke driftreductie en/of -opvang. Ik streef naar 99,9% driftreductie. Graag wil ik dat mijn machine het beter doet dan alle machines die nu al bestaan. Om het probleem van de draaicirkel op te vangen, zullen de wielen aan het einde van de rij 90 graden draaien, zodat je vlak naast de bomen door kan rijden. Drie rijen verder draaien ze dan opnieuw 90 graden, zodat ik meteen aan de volgende gang kan beginnen.” Het idee van Philippe is dus om een tunnelspuit te maken, zelfrijdend zodat er geen tractor nodig is, drierijig om efficiënt te kunnen werken en vlot draaiend. Een wendakker van 4,5 meter zal volstaan. Tijdens het spuiten zullen overigens ook telkens twee stroken gras gemaaid worden. “We maaien en sproeien nu ook al tegelijk, en ik wil er met mijn nieuwe machine natuurlijk niet op achteruitgaan.”
Machines bouwen is Philippes passie. Enkele jaren geleden bouwde hij al een gps-gestuurde boomgaardboor. Niet onlogisch dus dat hij ook deze nieuwe machine zelf wil bouwen. Na wat research kwam het geschatte budget op 410.000 euro. “En dan is de projectsteun meer dan welkom! Het idee zit al enkele jaren in mijn hoofd. De uren dat ik er al heb over nagedacht, zijn bijna niet te tellen. De wielen, de cabine, de motor en een deel van het nodige metaal liggen intussen in mijn werkhuis. Binnenkort hoop ik te beginnen met de bouw. Voor het eerst heb ik ook gewerkt met 3D-tekeningen. Dat heb ik nog nooit eerder gedaan, maar het is hier echt wel essentieel. Dit project is té complex.”
Geen hagelnetten
Philippe speelde dus al langer met het idee, maar er waren enkele grote struikelblokken. “De stabiliteit moet ik goed in de gaten houden. Het zwaartepunt komt hoog te liggen, wanneer ik aan het werk ben met de machine zal de cabine zich vier meter boven de grond bevinden. Technisch gezien vormt dat een grote uitdaging. Ik koos ook voor een design met veel wielen, twaalf stuks, zodat ik kan werken met een lagere bandenspanning. Dat zal mij toelaten om in alle weersomstandigheden aan de slag te gaan. Eerder gebouwde machines met minder wielen bleken het daarmee heel moeilijk te hebben. Daarvoor heb ik dus alvast een oplossing voorzien.”
“En er zijn nog beperkingen. Zo is een tunnelspuit niet mogelijk in combinatie met hagelnetten. Ik heb daar goed over nagedacht, maar uiteindelijk werken hagelnetten voor peren toch al niet zo goed, omdat er vanwege het verlies aan licht een lagere opbrengst wordt gerealiseerd. Dus ik besloot om de stap te zetten. Ik had nog maar net alle componenten besteld en daar was de eerste hagelbui al. Maar toen was de bal al aan het rollen, en ik ga er nu toch mee door.”
Bouwen om te besparen
“De trigger om effectief te beginnen met de bouw van deze machine, was de strengere regelgeving rond driftreductie bij gewasbeschermingsmiddelen, in combinatie met de prijs van die middelen. De goedkope gaan eruit, het spuitschema wordt duurder. Via mijn machine kan ik daarop besparen, door te recirculeren. Het is overigens ook goed voor het imago van de sector als je kan behandelen zonder zichtbare spuitnevel.”
“Ook personeel vormt een niet onbelangrijke factor. Het is almaar moeilijker om bekwaam personeel mét een spuitlicentie te vinden. Met mijn nieuwe machine zal een persoon de job kunnen uitvoeren die anders gebeurt door drie medewerkers met drie tractoren. De gebudgetteerde besparing op personeelskosten is 21.000 euro. Tel daarbij ook nog het beperktere brandstofverbruik omdat er nu maar één machine moet worden ingezet, en dat scheelt toch ook weer wat.”
Een complex project
Philippe hoopt in de zomer van 2021 zijn nieuwe machine te kunnen uittesten in het veld. Voor het zover is, zullen er nog vele uren arbeid en nog veel meer uren denkwerk aan te pas komen. “De complexiteit en de grootte van de machine maken dat dit project echt veel tijd in beslag neemt. Ik heb contact met diverse leveranciers, ook in onze buurlanden, om onderdelen te kopen. Maar voor bepaalde onderdelen ben ik bijvoorbeeld in de Verenigde Staten terechtgekomen. Ik heb daar prototype-onderdelen besteld, maar het vraagt tijd om die allemaal netjes hier te krijgen.”
Het is de bedoeling dat de machine van Philippe gekeurd zal worden, zodat hij ermee over de weg kan rijden van de ene boomgaard naar de andere. Lijkt logisch? Is het niet. “Ik ben hier in de buurt overal de wegen gaan opmeten en heb de hellingspercentages berekend van de opritten naar de boomgaarden. Op die manier kan ik de kracht berekenen die nodig is om er over te geraken. Dat zijn kleine dingetjes, het is niet veel werk, maar het moet wel gebeuren om later niet in de problemen te komen. Wanneer je een machine bouwt, moet je elke component in detail bekijken om te zien wat de mogelijke problemen zijn. En je komt bij elke component zo wel iets tegen! Het tekenen in 3D vraagt veel tijd, maar het werpt wel vruchten af want op die manier kan ik ervoor zorgen dat ik in de praktijk niet voor verrassingen kom te staan. Ik heb nu ook een nieuwe CNC-machine aangeschaft die de stukken op maat snijdt op basis van de 3D-tekening. Dat is een enorme stap vooruit.”